Brood als motor van de eiwittransitie

Nederland moet aan de eiwittransitie - minstens de helft van onze eiwitten moet in 2025 plantaardig zijn, oplopend naar zestig procent in 2030. Die verschuiving moet de uitstoot van broeikasgassen verminderen, zorgen dat we minder afhankelijk worden van de import van soja (voor diervoeding) en de volksgezondheid verbeteren.

Waarom een nieuwe balans onvermijdelijk is

Eiwitten zijn, naast koolhydraten en vetten, een belangrijke voedingsstof voor de mens. Gemiddeld moet een volwassenen 8-11% van de energie-inname uit eiwit halen. Maar dierlijke eiwitten zijn verantwoordelijk voor een groot deel van de voedselgerelateerde CO₂ uitstoot. Plantaardige bronnen zoals brood, peulvruchten en noten zorgen voor veel minder CO₂ per gram eiwit. De Gezondheidsraad onderstreepte bovendien dat een dieet met meer volkoren granen en peulvruchten, en minder vlees en kaas, het risico op chronische ziekten verlaagt.

Brood levert al bijna de helft van het plantaardige eiwit

Nu is circa veertig procent van onze eiwitten plantaardig. (Eiwitmonitor 2024) En brood is goed voor 47 procent van deze plantaardige eiwitinname. (Nederlands Bakkerij Centrum) Want hoewel mensen bij brood vooral aan koolhydraten denken, bevat het ook heel veel eiwit. Eén snee volkorenbrood levert bijvoorbeeld haast 4 gram eiwit; twee sneetjes bevatten meer eiwit dan een kippenei. (Voedingscentrum). Brood en diverse graanproducten zijn zelfs (vaak) een bron van eiwit en hebben een belangrijk aandeel in de voorziening van bepaalde essentiële aminozuren.

Brood versnelt de eiwittransitie

De eiwittransitie vraagt om dagelijkse keuzes die voor iedereen haalbaar zijn. Volkorenbrood past daar dus perfect in: voedzaam, betaalbaar en met een minimale klimaatimpact per gram eiwit. En dat is goed nieuws voor iedereen!